Ieder kwartaal publiceert de Historische Commissie "De Ommoordse Polder" in het blad "Ommoord Nieuws" van de BOO. Er wordt geput uit het 50 jaar oude krantenknipselarchief en andere onderzoeken die de Commissie doet.
Vanaf uitgave Herfst 2019 zijn de artikelen uit Ommoord Nieuws hier als PDf-bestand te bekijken

Tekst en plaatje op het web





De molens van de Ommoordse Polder

Molens


voorbeeld van een achtkantige watermolen

Meer over "De Blijde Wei

Uitgebreid onderzoek: Jubileum boekje: Hoe gebruik je de werkkaart op deze website:

Werkkaart


werkkaart
Artikeltje over de voormalige stille Capelseweg in Ommoord Nieuws:

Meer over de Capelseweg

Uitgebreid onderzoek: Wonen en leven op boerderij "Buitenlust": Onze commissie heeft een bijdrage geleverd aan het boek van Ton Kolijn.

Dit boek is een beschrijving van de Rotterdamse wijk Ommoord, waar mensen lang en naar hun zin wonen. Het is het verhaal van een succesvolle wijk. De meeste mensen die hier komen wonen, doen dat vanuit een bewuste keuze. De ruime woningen trekken hen. De mensen vinden het in deze wijk prettig wonen en blijven een groot deel of zelfs de rest van hun leven hier. Sommigen zelfs in één en hetzelfde huis.
Ommoord is ontworpen in de jaren 1960 en gebouwd in de jaren 1970. De wijk is een ontwerp van stedenbouwkundig architect Lotte Stam-Beese. Van de 13.000 woningen is het merendeel in hoogbouw van 14 en 20 woonlagen. De rest van de woningen zijn eengezinshuizen in laagbouw. Er wonen 25.000 mensen in Ommoord.

De Commissie interviewde de schrijver van het boek "Het leven is goed in Ommoord":

Ook te koop bij boekhandels Il Regalo (Binnenhof), Donner (Coolsingel) en Snoek (Meent)

Plan experimenteel centrum (naar Engels voorbeeld) krijgt vorm.
In de jaren '70 van de vorige eeuw belooft Ommoord niet alleen in stedenbouwkundig opzicht een uitschieter te worden maar ook op het terrein van de gezondheidszorg. De plannen voor een experimenteel wijkgezondheidscentrum krijgen vorm. Het is de bedoeling in het centrum naast een groepspraktijk voor huisartsen, een consultatiebureau, een schoolartsencentrum en andere gezondheidsinstellingen onder te brengen. Er wordt ook gedacht aan kruisverenigingen met wijkverpleging. Zodat patiënten de ruimst mogelijke medische bijstand kan worden verleend. Door een centraal kaartsysteem is de waarnemende arts altijd op de hoogte. Het experiment waarvoor een aantal jonge artsen het initiatief hebben genomen, kan officieus rekenen op financiële steun van de rijksoverheid mits gemeentebestuur en de ziekenfondsen ook medewerking verlenen. Ommoord kan een voorbeeld worden van de moderne huisartsenpraktijk. De jonge huisartsen Riphagen, Bakker, Braams en Lamberts (een vijfde arts wordt nog gezocht) staan te trappelen om te starten
Gezondheidscentrum geopend op
4 januari 1973
De dokter die tijd voor je heeft.
De artsen onderbrengen in een pand met ondersteuning van wijkverpleegsters, maatschappelijk werkers, verloskundigen en fysiotherapeuten, brengt meer efficiency met zich mee. Meer tijd dus voor de patiënt, wetenschappelijk onderzoek en betere hulpmiddelen. Het pand wordt ingericht met vijf spreek- en onderzoekkamers, laboratorium, vergaderkamer en receptie. Aan de gemeenteraad is een krediet gevraagd van 2.864.000 gulden (is ca 1.3 miljoen euro). De tweede 'hoofdbewoner' is de GGD, deze zal ook het gebouw exploiteren. De huisartsen gaan huur betalen. Open Dag en opening Wijkgezondheidscentrum.
Begin december 1972 heeft een groot aantal Ommoorders de kans gegrepen om op informele wijze kennis te maken en vertrouwd te raken met het gloednieuwe Wijkgezondheidscentrum aan de Briandplaats. De officiële opening door Wethouder van Volksgezondheid, de heer G.Z. de Vos, is op 4 januari 1973. Hij ziet het centrum 'als symbool voor de groeiende samenwerking tussen tal van medische diensten in Rotterdam. Hier in Ommoord zijn het trendsetters'. De Gemeente Rotterdam gaat als eerste in Nederland beginnen om huisartsen in dienst te nemen als ambtenaar. Als dit experiment doorgaat dan zullen huisartsen, fysiotherapeuten, vroedvrouwen en stafmedewerkers van de groepspraktijk een aanstelling krijgen als ambtenaar. Het is even wennen
Dokter Bakker zegt in het Vrije Volk van december 1973 dat hij verdraaid goed weet dat er een aantal patiënten minder tevreden is. Volgens hem is een groot deel van de klachten terug brengen tot een communicatiestoornis. Verschillende mensen zijn blijkbaar niet op de hoogte van de andere uitgangspunten van een groepspraktijk. De patiënt dient zelfstandiger te zijn, de dokter komt niet meer voor elk wissewasje. Het ligt ook aan de jonge groeiende wijk, er komen voortdurend nieuwe mensen bij die dan niets weten van de nieuwe situatie. De doktersassistentes schermen de dokters ook een beetje af zodat hij meer tijd heeft voor onderzoek. Bakker: "Ik geloof dat de meeste klachten komen van mensen die je nog steeds als 'lijfarts' beschouwen." En: "Mijn ervaring is dat de klachten en agressie afgenomen zijn. Als ik het vergelijk met een jaar of vijf geleden, toen was hier veel meer onrust over het ontbreken van winkels en openbaar vervoer. Mijn conclusie na een jaar: ik kan me niet voorstellen dat ik nog op een andere manier kan werken"
november 1969, groepsbespreking waaraan artsen, wijkverpleegsters en maatschappelijk werkers deelnemen 'Het is weer voorbij die mooie zomer, die zomer die begon zowat in mei...'

Zo begon de bekende 'zomer-hit-song' van Gerard Cox uit de jaren '70 van de vorige eeuw. Na net zo'n mooie warme zomer als die van 2018. Heeft u ook zo verlangd naar een zwembad in Ommoord met die lange hete dagen?
Vroeger was er een bescheiden zwembad aan de Dawesweg.

De eerste plannen en veel overleg
Al snel nadat bewoners zich vestigden in Ommoord in 1967 werden plannen gemaakt voor recreatieve voorzieningen. De dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam hoopte in 1971 krediet beschikbaar te krijgen voor o.a. sportvelden, tennisbanen, speeltuinen en een zwembad. Streefdatum voor deze voorzieningen was 1975. Uit een enquête onder 1750 Ommoorders bleek dat 1100 bewoners een zwembad midden in de wijk prefereerden boven een zwembad aan de rand van de wijk. Het bouwen is begonnen
Tegen het einde van 1974 begon de bouw van een onoverdekt zwembad aan de Dawesweg. Voltooiing mei 1975. De kosten van het bad werden begroot op fl. 650.000,-. De helft werd door het rijk gesubsidieerd als onderdeel van het experimenteel welzijnsbeleid. Het Ministerie van CRM (momenteel het Ministerie van VWS) heeft in 1971 een bedrag van 3 miljoen gulden ter beschikking gesteld. Dat bedrag, waarvoor inmiddels o.a. het communicatiecentrum en een aantal speeltuintjes waren gerealiseerd, werd toegekend op voorwaarde dat de gemeente Rotterdam eenzelfde bedrag zou bijdragen en dat wijkbewoners nauw betrokken zouden worden bij de plannen. Andere projecten waren een kinderboerderij, een jeugdcentrum en een kinderdagverblijf. Het zwembad werd gebouwd van geprefabriceerde elementen en had een bassin van 25 bij 12,5 meter met warmwatervoorziening. Daarnaast kleedhokjes en een ligweide van 25 bij 25 meter. Om geluidshinder tegen te gaan was enkele jaren eerder op het terrein beplanting aangebracht. Voor de afrastering was fl. 45.000,- nodig.

Waar ging het mis?
Het zwem- en sportcomplex in Zevenkamp dat in augustus 1982 geopend zou worden, kampte in 1981 al met een begrotingstekort. De deelgemeente Prins Alexander worstelde met flinke bezuinigingen. Het was zelfs zo erg dat het gemeentelijk instructiebad aan het Barbarakruid (overdekt zwembad) moest sluiten. Dit leverde een besparing op van fl. 175.810,-. Zwemverenigingen en het schoolzwemmen kwamen in de problemen en moetsen uitwijken naar ander badwater. Als dan ook nog blijkt dat het openlucht zwembad aan de Dawesweg slecht wordt bezocht, is sluiting onvermijdelijk. Dit leverde een besparing op van twee ton.

Geen gespartel meer
In augustus 1982 gaat de stop eruit. Zwembad Dawesweg sluit. Trouwe zwemsters trekken hun laatste baantje. Ze zwommen acht jaar lang, elke dag in het zomerseizoen, hun baantjes. Toch telde het kleine bad aan de Dawesweg in de zomer van 1982 nog 5.600 bezoekers. Het zwembad werd slachtoffer van flinke bezuinigingen en het exploitatietekort van het zwembad in Zevenkamp.

Recyclen?
De deelgemeente Prins Alexander zat danig met deze 'veredelde badkuip' in de maag, aangezien slopen grote kosten met zich meebracht.
Er werd gezocht naar een alternatief. 'Waarschijnlijk zal de bouw van kantoren nodig zijn', staat er in het huis-aan-huisblad 'Alexanderpost' van 8 september 1983. Maar de Deelgemeente vond dat de bouwwerken moetsen passen in de omgeving. In november 1986 werd een originele bestemming gevonden voor het afgedankte buitenbad. De fundering van het voormalig buitenbad moet dienst gaan doen als grondslag voor een blok van vier huizen. Fort Bouw BV was van plan om in totaal 26 huizen te bouwen in de Premie-A sector. Er is voor een zodanige verkaveling gekozen dat de constructie van het zwembad precies aan vier woningen (met kelder) plaats biedt. En zo geschiedde.
Marshallschool aan de Nieuwe Ommoordseweg, de eerste openbare lagereschool met kleuterschool opent in februari 1968 haar deuren Nieuwe wijk zit goed in de scholen.
'Ik wou dat we hier in Ommoord al net zo dik in de winkels zaten als in de scholen' zucht een van de eerste bewoonsters uit de ERA-flats, het is augustus 1967. Deze dame karakteriseert met haar uitspraak kort en krachtig een hoogst merkwaardige situatie: dat de scholen er nog eerder zijn dan de woningen. Dat is het geval als Ommoord vanaf 1965 als naoorlogse nieuwbouwwijk uit de grond wordt gestampt. Terwijl er nog slechts een kleine honderd gezinnen wonen, heeft de gemeente met voortvarendheid gezorgd voor vier schoolgebouwen. Deze zijn gebouwd volgens het MUWI-systeem (De naam is afgeleid van Muijs en De Winter, een bouw- en aannemersbedrijf dat ze overal in Nederland plaatste). Vier scholen voor veertien leerplichtige kinderen, verdeeld over meerdere leerjaren!
Veertien kinderen vormen nog niet de helft van de normale bezetting van één schoolklas. Eén lokaal zou dus in dit geval voldoende zijn geweest. Maar zo simpel liggen de zaken niet in 1967. Ten eerste geven zeven ouderparen aan dat ze hun kinderen naar een christelijke school willen sturen. De andere ouderparen willen hun kind op een openbare school. De christelijke school aan de Selma Lagerlöffweg (Dr. Martin Luther Kingschool) had als eerste vier lokalen gereed op de bovenverdieping. Midden in een weiland met bij wijze van spreken nog maar nauwelijks opgedroogde koeienvlaaien. In dit ruige boerse land, waar zelfs nog vele greppels en sloten niet zijn gedempt, ligt een smal tegelpad naar de school.
De Dr. Martin Luther Kingschool aan de Bertrand Russellplaats is een protestant-christelijke basisschool, datering 1967


De Minister Marga Klompéschool, de katholieke basisschool aan de Robert Kochplaats. Foto is van 1967, links wordt de President Rooseveltweg aangelegd. (op de achtergrond de voormalige Ommoordseweg met de huisnummers 165 t/m 199)
Zeven leerlingen per lokaal.
De 27-jarige hoofdonderwijzer A. van Eijk staat voor de klas van de openbare school (de voormalige Marshallschool aan de Brongras 7-9) met zeven leerlingen verdeeld over vijf leerjaren. De eerste klas telt één leerling, de derde klas weer één leerling, de vierde en de vijfde klas telt twee leerlingen en de zesde klas telt één leerling. Alle leerlingen verklaren onomwonden dat ze het op de nieuwe school 'hartstikke leuk' vinden, ze kunnen zich best schikken in deze niet alledaagse situatie. De heer van Eijk vindt het heerlijk pionieren hier in Ommoord, hij kan de kinderen individueel onderwijs geven. Zijn collega van de christelijke school, mevrouw A. de Jong denkt er precies zo over. Ook haar school telde veertien leerlingen, verdeeld over drie leerjaren. Alhoewel het gebouw klaar was, is nog geen functionerende katholieke school in het Ommoord van 1967. Er is nog maar één leerling en om daar ook een aparte school voor te stichten, dat ging te ver. Verhuizen. Door aanhoudende regen is de weg naar de Dr. Martin Luther Kingschool onbegaanbaar geworden. Daarom verhuizen de leerlingen hiervan tijdelijk naar het gebouw aan de Nansenplaats (later de Fridtjof Nansenschool). Ommoord mag dan op de tekentafel van Stadsontwikkeling reeds gereed zijn tot in detail, de werkelijkheid is weerbarstiger. De bewoners missen winkels en degelijk openbaar vervoer richting de stad. Nee, echte winkels zijn er nog niet, maar aan scholen geen gebrek!
De Openbare Fridtjof Nansenschool startte in 1969 als dependance van de Marshallschool maar kreeg in 1970 haar eigen naam en werd een Jenaplanschool.


De waarn. wethouder van Openbare Werken mr. H.C.G.L Polak hijst de vlag op het eerste ERA-flatgebouw in Ommoord In een van onze vorige artikelen hebben we geschreven over het slaan van de eerste paal op 29-12-1965 voor een groep van twaalf ERA-hoogbouwblokken met in totaal 2000 woningen in Ommoord. Deze keer beschrijven we een situatie exact 50 jaar geleden namelijk: uitreiking sleutel aan de eerste bewoners van Ommoord in de Kelloggflat.

Een historisch moment in Ommoord....
De Rotterdamse wethouder, de heer J. Worst opent op 2 maart 1967 de eerste woning in de Kelloggflat. Deze sleutel wordt overhandigd aan de heer Renting en zijn gezin. Volgens de directeur van de gemeentelijke woningstichting kan 'het leven' in wat nu nog een woestijn genoemd wordt, aanvang nemen. Hij hoopt dat er snel een huurdersvereniging wordt opgericht.. Als doorstromingspremie ontving de heer Renting een bedrag van 500 gulden. Dat is voor alle nieuwe bewoners die in het afgelegen Ommoord (ook wel de Sahara van Rotterdam genoemd) willen wonen. De huren van de ERA-woningen liggen aan de hoge kant, 210 gulden per maand. Alle nieuwkomers ontvangen een feestelijk bloemetje. Wethouder Worst dankt de heer J.P. van Eesteren (aannemer) voor zijn goede zorgen. De drie dochters van Renting krijgen elk een prachtige beer. De heer Renting: 'Ik wilde een grotere woning. We hebben nu vier kamers. Het zijn prachtige flats met veel licht'. Maar wonen in Ommoord brengt ook nog zo zijn eigenaardigheden met zich mee. De bewoners hebben een mooie flat, een schitterend uitzicht tot aan de horizon maar als het waait, knarst het zand tussen je kiezen. De kinderen gaan in Terbregge naar school. Er is een Végé-winkel en er komen leveranciers aan huis. Gelukkig is er een telefooncel maar die doet het niet altijd, helaas. Openbaar Vervoer is zeer beperkt. Regelmatig staan er bewoners te liften om mee te kunnen rijden naar de stad. Ja, het is nog even pionieren in Ommoord, maar de flats zijn groot en ruim.

Foto's rechts: Bus 35 op weg naar Station Noord. In 1970 ontbreekt er tot grote ontevredenheid van de bewoners nog steeds een rechtstreekse regelmatige verbinding met Rotterdam-Centrum. Noodgedwongen doen zij inkopen bij de zogeheten SRV-man. Rechterfoto: Links ingang Eliot knikflat en op de achtergrond de Hemingwayflat.


Links de Albert Schweizer ERA-flat, rechts de Albert Schweizer knikflat in aanbouw. Op de voorgrond de Hulpkerk aan de Stresmannplaats Meer dan 50 jaar geleden werd de eerste paal geslagen voor de Kellogg flat, dat was op 29 december 1965. Anderhalf jaar later, maart 1967, stapten de eerste bewoners over hun voordeurdrempel. Ze werden pioniers genoemd. Vanwege het vele zand noemden men Ommoord de Sahara van Rotterdam. Er was geen winkel, nauwelijks openbaar vervoer, geen telefoon en geen kerk. Ommoorders zijn echte pioniers. Vanaf het prille begin zetten zij hun schouders onder vele initiatieven: inloopmiddagen voor de ouderen, het communicatie centrum, speelplaatsen voor de jeugd, het gezondheidscentrum, de wijktuin en de kinderboerderij.

Ook de kerken pionierden. De hervormde, gereformeerde en katholieke kerk plaatsen gezamenlijk een hulpkerk in Ommoord aan de Stresemannplaats. De bewoners van Ommoord krijgen een kerk waar in oecumenische zin wordt gedacht en gehandeld. De bewoners krijgen namens de gereformeerde, hervormde en katholieke kerk een welkomstbrief in de bus, gevolgd door een huisbezoek. De bevindingen worden ook gezamenlijk besproken. Eerst wordt er gekerkt in de Minister Marga Klompéschool. In augustus 1968 wordt het noodwijkgebouw aan de Stresemannplaats in gebruik genomen. Het kan 330 mensen bergen. Naast hulpkerk is het houten noodgebouw ook een wijkaccommodatie waar diverse (jeugd)activiteiten of bijeenkomsten plaatsvinden.

In deze hulpkerk worden beurtelings kerkdiensten gehouden. Een aantal bewoners en vrijwilligers van het eerste uur nemen het voortouw en proberen de kerkdiensten een andere invulling te geven. Een traditionele kerkdienst hoeft niet. Wat dan wel? Een wereldlijke kerkdienst, of een kerkelijke dienst aan de wereld? Een dienst die dynamisch is, die aansluit bij actuele zaken, een stuk herkenning? Iets gezamenlijks in de vorm van een religieuze happeningachtige toestand. Met meer interactie van de kerkgangers, zo ontstonden de thematische "Doe-Mee-diensten". De assistent van de deken, de heer J. van Haak jr., noemt het een ideale situatie indien er een maximale samenwerking kan worden verkregen zowel voor het pastorale werk als voor de kerkenbouw. Het staat vast dat in Ommoord "de oecumene" (betekent in het Grieks: bewoonde wereld) grote kansen krijgt om te worden verwezenlijkt. Groter dan waar ook in Rotterdam.

De hervormde, gereformeerde en katholieken kerken breiden hun samenwerking steeds meer uit. De voorkeur gaat uit naar één kerkelijk informatieblad voor de drie genootschappen. In het eerste exemplaar van november 1969 wordt gesproken dat men niet wil vervallen in een "hokjessfeer" In de oecumenische gespreksdiensten wil men een bepaald thema uitwerken. Ommoord heeft geen behoefte aan christelijke verdeeldheid. Eind 1970 wordt de "Open Hof" kerk op de Hesseplaats in gebruik genomen. Inmiddels is deze gesloopt en is in 2011 een nieuwe (de huidige) kerk gebouwd. Nog steeds oecumenisch!
De Open Hofkerk aan de Hesseplaats


Rechts de Hammarskjöldflat, midden: voormalig garagebedrijf van familie de Heer aan de Ommoordseweg 216. Tussen de bomen: de twee bouwketen die door de jongelui is omgebouwd tot de soos, "De Keten". Hoe het begon.
Het is begin februari 1970, Ommoordse jongeren werken koortsachtig aan de inrichting van de jongerensociëteit "De Keten". Er wordt geverfd, getimmerd en geklust. Binnenkort gaat de soos open en dan zal ook gelijk het "Open Huis" (gericht op de wat oudere Ommoorders) van start kunnen gaan. Aannemingsbedrijf Van Eesteren stelde twee bouwketen beschikbaar die tot één geheel omgebouwd moeten worden. "De Keten" staat tussen de Kellog- en de Hammerskljöldflat. De jongeren wilden er iets magnifieks van maken en zijn er dagelijks te vinden. Ze spijkeren tapijt tegen wanden om geluidsoverlast te voorkomen. De geluidsinstallatie wordt voor een belangrijk deel zelf gemaakt door de jongenlui, het is ze alles aan gelegen om er een succes van te maken. Maar het blijft niet beperkt tot jongerenactiviteiten ook op het gebied van cabaret, kunst en film zal het e.e.a worden georganiseerd. Er is een bar- , decoratie-, muziek- en ontvangstcommissie en niet te vergeten een technische dienst Uniek ontmoetingscentrum in plaats van wijkgebouw.
Eind februari 1970 is er een grandioos openingsfeest, er is hier iets ongelooflijks gepresteerd. In een stadswijk, waar men het eenvoudig vertikt om de conventionele wegen te bewandelen, is een ontmoetingscentrum van de grond gekomen waaraan met recht het predicaat "uniek" gegeven kan worden. Opnieuw hebben Ommoorders bewezen dat door samenwerking tussen de besturen "De Keten", het "Open Huis" en de Stichting Wijkgemeenschap Ommoord, opmerkelijke resultaten zijn bereikt. Het was beslist noodzakelijk dat er in Ommoord een ontmoetingscentrum moest komen. Een wijkgebouw zat er in 1970 voorlopig nog niet in en dus kwam het neer op de ondernemingslust van de bewoners zelf.

De soos doelwit van vechtersbazen.
In juli 1970 wordt de ledenlijst van "De Keten" geblokkeerd voor jongenlui die niet in Ommoord wonen. Met deze maatregel hoopt men een einde te maken aan een reeks vechtpartijen die maandenlang bijna ieder weekend plaatsvonden. Sommige groepen jongelui werden lastig, liepen over de tafels, gooiden met bierflesjes en werden lastig als er geen bier meer werd geschonken. 's Nachts werden auto's beschadigd. Elk weekend was de politie in touw om de rust te bewaren.

Teleurstelling over verdwijning van "De Keten".
Een klein jaar later, in januari 1971, moet de soos op last van de gemeente Rotterdam worden ontruimd. De bezoekers betreuren de aangekondigde verdwijning evenals aannemingsbedrijf Van Eesteren, de schenker van de bouwketen. Men is ook verbaasd over de huuropzegging omdat de investeringskosten (fl. 17.000, - van Van Eesteren en fl. 27.500, - uit de zes-miljoenpot) gebaseerd waren op een tijdvak van drie jaar. De soos is op dat moment de enige plaats waar de bewoners van de nieuwe wijk op een ongedwongen wijze met elkaar in contact kunnen komen. De maatregel vloeit voort uit de ongeregeldheden tijdens de C70 manifestatie in juli 1970. Bij Van Eesteren komen regelmatig verzoeken binnen om de directiekeet 's avonds voor vergaderingen of verenigingen te gebruiken. Het aannemingsbedrijf werkt hier zoveel mogelijk aan mee zonder hiervoor een vergoeding te vragen. De bewoners kijken reikhalzend uit naar de bouw van het Communicatiecentrum maar dat zal vermoedelijk in het voorjaar 1973 gereed zijn.


De kleine arbeiderswoninkjes aan de voormalige Ommoordseweg 222 t/m 236, die in 1971 zijn gesloopt. Links de Hammerskjöldflat en rechts de Albert Schweitzerflat De spectaculaire opening van het Communicatiecentrum Ommoord was op 24 maart 1973. Na een muzikale start van de Euroband landden er parachutisten die de sleutel overhandigden aan de toenmalige wethouder en de SWO-voorzitter.
Daarna konden wijkbewoners het centrum in werking zien en 's avonds was men welkom voor een cabaretvoorstelling. Wat was nu precies de bedoeling van dit centrum?
In 1969 leek Ommoord nog een wijk van niks: iets meer dan 500 inwoners en amper voorzieningen. De bevolking moest zoveel mogelijk zelf aan de slag, werkgroepen werden actiever en nieuwe projecten ontstonden. Er kon in het Communicatiecentrum van alles plaatsvinden, vergaderingen, maatschappelijke werk, kunstenaars en muzieklessen etc. Vandaar de soepele opzet van C70-vierkantjes. Maar waarom dan een erfenis zoals de titel aangeeft?
Met de 'Manifestatie Communicatie 70' in het centrum van Rotterdam werd het einde van de wederopbouw gevierd met de nadruk op gezelligheid en vertier. Paviljoens met eethuisjes, plastic afdakjes en koepels van het bedrijfsleven slingerden zich als een lint door de stad. Deze paviljoens zijn ook gebruikt in Ommoord, maar volgens een krantenbericht zijn het geen 'tweedehands-paviljoens' maar werden er gewoon nieuwe aangeschaft.
De feestelijke opening van het Communicatiecentrum in maart 1973. Ook hier links de Hammerskjöldflat en rechts Albert Schweitzerflat
Het kleine politiebureau, thuisbasis is van de voormalige wijkagent André Tolenaar en zijn collega's. Ook het politiebureau vestigde zich in het Communicatiecentrum. André Tolenaar herinnert zich het volgende:
"Het team dat eind jaren zeventig startte aan de Dawesweg was waarschijnlijk het eerste wijkteam binnen politie Nederland. Er werd begonnen met zes agenten, een brigadier en een wijkagent die geen auto ter beschikking hadden. En dus lopend en fietsend de wijk in kaart moesten brengen. Volgens mij zijn we in 1986 verhuisd naar portocabines aan de Dinkel in Zevenkamp. De oude C70-gebouwtjes waren toen ook wel op, want de paddenstoelen groeiden uit het plafond!"

In 1989 maakte de sloophamer een einde aan dit centrum en vond in wijkgebouw Romeynshof een goede opvolger.

foto: C.T.H.G. Stokkink Afgelopen zomer vierde Kinderboerderij 'De Blijde Wei' haar 35 jarig bestaan. En nu is het de beurt van Sinterklaas, niet dat hij 35 jaar bestaat. Nee natuurlijk niet. In november 1978 kwam hij voor het eerst per boot over de Rotte bij de kinderboerderij aan, precies 35 jaar geleden.

De toenmalig lokale krant 'Alexanderpost' berichtte hierover het volgende:

"In snijdende wind landde de Sint bij de Blijde Wei. Zijn schip werd voorafgegaan door de 'Pieterboten' die als grote blikvangers de Rotte kwamen afvaren. De vlaggetjes klapperden op een snijdende wind op deze koude ochtend. Ondanks de grote regenkansen en de koude wind was het bij de aanlegsteiger een gedrang achter de aangebrachte dranghekken. Vaders en moeders haasten zich door de modder om hun spruiten een allereerste blik op de Sint te gunnen, die wuivend op de voorplecht stond. Zijn watervlugge Pieterbazen dartelen als jonge veulens de wal op. Vlaggetjes worden uitgedeeld en pepernoten in uitgestoken handjes gestopt.
Bij de hooiberg had de jeugd showband 'Ommoord' zich al opgesteld. De drumband liet Sinterklaas liedjes horen, de majorettes stapten zich alvast warm. Onder de overkapping van de hooiberg, werd Sint Nicolaas heel hartelijk ontvangen door de voorzitter van de S.W.O. (de voorloper van de BOO), de heer J. v.d. Stam. Sinterklaas vond het zelf ook erg fijn om in Ommoord te zijn, zo verklaarde hij. Intussen stond zijn schimmel al kant en klaar om hem dwars door de wijk te rijden. De leden van de ruitervereniging 'Het lage Land' die ter begeleiding mee zouden gaan, lieten hun paarden rondjes draven op het nabij gelegen grasveld.

Na opstelling van de optocht kon men van start gaan in de richting van winkelcentrum Hesseplaats. Daar aangekomen werd de Sint begroet door mevrouw R. Pieck, lid van het dagelijks bestuur van de deelgemeente 'Prins Alexander'. Ook daar waren de Pieten weer royaal met het uitdelen van pepernoten en buttons. Omstreeks half drie nam het hoge gezelschap afscheid. Het zat er weer op. De schoentjes kunnen 's avonds voor het slapen gaan weer worden neergezet, met appel of wortel. Wie thuis geen schoorsteen heeft, hoeft daar niet over in te zitten. De Sint is een vindingrijk man die geen enkel kind teleur wil stellen, hij vindt altijd een manier om de schoentjes te vullen" foto: C.T.H.G. Stokkink
foto: C.T.H.G. Stokkink Begin jaren zeventig toen de flats in Ommoord zo'n drie jaar werden bewoond, verschenen allerlei negatieve artikelen in kranten en opiniebladen over de leefbaarheid in onze wijk. De toenmalige huisartsenpraktijk die sinds november 1970 gevestigd was in Huize Nijeveld, functioneert als sleutelfiguur om van Ommoord een leefbaar stadsdeel te maken. De artsen werkten nauw samen met maatschappelijk werkers, de zielzorgers, de opbouwwerkers en wijkverenigingmensen. Dit alles omdat Ommoord zich ontwikkelt tot 'een probleemwijk die onlust gevoelens oproept door het ontbreken van het gevoel van thuis en geborgenheid'.

Op verzoek van de huisartsen wordt er een sociaal demografisch onderzoek gestart. Daar komt onder meer uit dat het grootste deel van de bewoners uit lagere- en middelbare beroepen komt. Velen van hen zitten in de lift voor een betere positie. Men heeft een hoog aspiratieniveau maar ondertussen betalen de bewoners bijna 100% meer huur dan voorheen. Dit heeft tot gevolg dat mensen op hun tenen moeten lopen en dreigen vast te lopen in hun werk of relatie. Een van de artsen: "De mensen zijn niet toe aan die snelle revoluties, zij missen daartoe de flexibiliteit. Zij komen telkens in nieuwe situaties waartegen ze niet zijn opgewassen. Ze vinden het moeilijk om aan al die veranderingen het hoofd te bieden". Daarbij komt dat mensen zich willen identificeren, ze willen iets eigens in hun woonomgeving. Mensen in flats kunnen hun eigen woning niet herkennen en dat brengt onlustgevoelens teweeg. Bij kinderen die in flats wonen boven de 4e verdieping, vertonen zich verschijnselen die te vergelijken zijn met die van ruimtevaarders. Ze hebben geen contact met de grond meer, ze zien alleen maar lucht en muren. Ze kunnen niet rotzooien. Het advies van de artsen is dan ook: "Laat ze dingen zelf maken met stenen, zand en hout, creatief bezig zijn, dingen samen maken. Laat ze graven, bouwen en ravotten".

Nog geen twee jaar later in maart 1972 koppen de kranten: 'Ommoord groeit uit tot een wijk waar het goed wonen is'. Er is ontzettend veel gedaan om de flatwijk leefbaar te maken.
foto: C.T.H.G. Stokkink Met groot enthousiasme zijn de Ommoorders zelf aan het werk gegaan. Er zijn maar heel weinig stadswijken waar zoveel gedaan wordt. Clubs, verenigingen, organisaties schoten als paddenstoelen uit de grond. Het is met name Stichting Wijkgemeenschap Ommoord (de voorloper van de BOO, Bewonersorganisatie Ommoord) die baanbrekend werk heeft verricht.
foto: C.T.H.G. Stokkink Van meet af aan zijn er in onze wijk mensen geweest die zich voor de volle 100% ingezet hebben om de leefbaarheid te bevorderen. Het ging niet altijd van een leien dakje, maar dat was voornamelijk te wijten aan gemeentelijke autoriteiten die weinig medewerking verleenden. Een medewerking die ook in 1972 nog niet optimaal is. Maar de goede Ommoorder laat zich niet uit het veld slaan.

"Er zijn nog wel negatieve kantjes, de wegen zijn slecht, clubs hebben gebrek aan ruimte en er is een metro probleem. Er wordt nog veel gepraat, geschreven, gewikt en gewogen. Er zullen altijd mensen zijn die Ommoord een nare wijk vinden. Maar dit alles neemt niet weg, dat de meeste mensen die nu in Ommoord wonen, tevreden zijn", aldus een bewoonster van het eerste uur.
Weet u dat Ommoord de groenste wijk van Rotterdam is? En hoe is dat zo gekomen? Na de tweede wereldoorlog moest de gemeente Rotterdam, gedwongen door woningnood, op zoek naar buitengebieden om woningbouw te realiseren. Zij liet zich onder andere adviseren door diverse stedenbouwkundigen.
Eén daarvan was Lotte Stam-Beese. Zij had met Ommoord een bijzonder beeld voor ogen. Ze tekende een wijk met veel hoogbouw, die op een bepaalde manier in formaties was samengesteld. Maar ze wilde ook dat de bewoners van de flats een 'tuin-gevoel' kregen. Ook al woonden men bijvoorbeeld op de 10e verdieping. Dus ontwierp zij een flatwijk waarbij elk woongebouw omringd werd door een plantsoen met veel bomen. De eerste aanzet was Boomplantdag, op 29 oktober 1969, die in vele opzichten een succes was. Voorafgegaan door grote tractoren met aanhangers zwaar beladen met bomen, liepen meer dan 250 kinderen in optocht naar het eerste plantobject. Onder leiding van de Plantsoenendienst werden aan de President Rooseveltweg 100 bomen geplant.
Na de boomplanterij werd de kinderen in de hulpkerk aan de Stresemannplaats, een voorstelling met sprekende poppen aangeboden. En als extra verrassing kregen de kinderen een herinneringsvaantje uitgereikt
En als we nu terug kijken wonen we inderdaad met veel mooi groen tussen de flats en huizen. Nu is er geen boomplantdag meer in Ommoord, hoewel in november 2011 er in het Ommoordse Veld, nabij de Kinderboerderij, twintig fruitbomen zijn geplant
Zomer 2012 kreeg winkelcentrum Hesseplaats, uit handen van onze burgervader Aboutaleb, voor de vijfde keer de Ster voor het Keurmerk Veilig Ondernemen uitgereikt. Dit is het predicaat voor veilig ondernemen. In december 1970, bij de officiële opening van dit winkelcentrum, was er ook al een ster. Namelijk: Vera Lynn, zangeres en showbizz woman.
Zij opende de Grammofoonplatenhandel Disk. Vera Lynn kreeg internationale bekendheid als 'Sweethart of the Forces'. Zij trad in de 2e Wereldoorlog op voor soldaten en had haar eigen radioprogramma waarin ze verzoeknummers zong voor de troepen in het buitenland. De start van de bouw begon in november 1969 ook met een dame; mevrouw E. Gret sloeg de symbolische eerste paal. Zij had als lid van de Stichting Wijkgemeenschap Ommoord (SWO) veel initiatief getoond bij de totstandkoming van dit winkelcomplex.
Eerst werd dit winkelcentrum "Groot-Ommoord" genoemd. Maar al snel werd de naam "Hesseplaats" in gebruik genomen. In de 34 winkels vestigden zich direct enthousiaste winkeliers. De ondernemers van het eerste uur waren o.a. Herenmodezaak Piet Lap, Kapper Maat, Jamin, Gall & Gall, Palthe, Bergsma Bijenkorf, Végé supermarkt. Later volgden De Spaarbank, ABN en een café.
Op Hesseplaats nummer 48 wordt er zelfs een kindercrèche ingericht. Bijzonder om nu te constateren dat sommige winkeliers al bijna 42 jaar in dit winkelcentrum zijn gevestigd en nog steeds een goede service verlenen. Maar in december 1970 waren pionerende inwoners van Ommoord het meest blij! Zij moesten het bijna vier jaar lang met een aantal noodwinkels doen.
Een bos bloemen en een 'lokpremie' van 500 gulden, trokken de eerste bewoners van onze wijk letterlijk en figuurlijk over de drempel. Op 2 maart 1967 werd de eerste sleutel officieel overhandigd door de Rotterdamse wethouder J. Worst. Jonge gezinnen durfden de uitdaging aan; wonen in de Sahara van Rotterdam. Zand, zand en nog eens zand, twee nieuwe flats (Kellogplaats en Stresemannplaats) torenden hoog uit boven het vlakke voormalige boerenlandschap. Wonen in Ommoord, het Rotterdam-voor-pioniers.

Dat brengt zo zijn eigenaardigheden met zich mee. De gezinnen hebben een aardig huis, een schitterend uitzicht over weilanden en als het waait, knarsend zand tussen hun kiezen. Geen voorzieningen, alleen één winkel van de Végé, waar je veel kan krijgen behalve aardappels en groente. Maar gelukkig komen er diverse leveranciers langs de deur. Om op je werk te komen moet je liften omdat de van Gogh-bus maar om de twee uur rijdt. Overdag is er bedrijvigheid van de werklui in de bouw. Maar voor de rest is het hier rustig wonen, 's avonds is het griezelig stil en aardedonker.
Bellen? Er staat een telefooncel naast de flats maar soms doet hij het niet of je hoort radiomuziek. Over het algemeen is het best uit te houden als je maar over de juiste pioniersmentaliteit beschikt. Wie kan het zich nog voorstellen dat Ommoord 45 jaar geleden alleen maar bestond uit zand, land en twee flats.

Links knikflat Briandplaats in aanbouw en
rechts 'Oldenoord', achter deze flat is nu de wijktuin.
Door het gedreun van heimachines kwam er in 1965 een eind aan het landelijk polderlandschap in de voormalige Ommoordse Polder. Wethouder mr. H. Bavinck sloeg officieel op 29 december 1965 de eerste paal. Boeren, arbeiders en tuinders waren in de jaren daarvoor al onteigend of weggetrokken met pijn in hun hart. Boerderijen werden gesloopt of voor het zover kwam, door de "lieve jeugd" in brand gestoken.
Vrachtwagens met zand reden af en aan en maakten er een grote zandbak van, bouwvakkers liepen fluitend rond en hijskranen denderden over de rijplaten. Het was één grote bouwplaats of -put, Ommoord ligt tenslotte ca. zes meter onder NAP. In 1967 zette de eerste bewoner van de eerste flat (Kellogplaats) zijn voet over de drempel en schreef daarmee geschiedenis. Dat niet iedereen het een aantrekkelijk idee vond om in de 'Sahara van Rotterdam' te gaan wonen, blijkt wel uit diverse krantenartikelen. Hoe tegenstrijdig kan het zijn: eerst werd er geld betaald om tevreden boeren en tuinders te laten vertrekken (uitkopen) en vervolgens werd er geld betaald om nieuwe bewoners aan te moedigen om in Ommoord te komen wonen.